Zondag 4 september was het dan zover. Na een jaar afwezigheid kon ik weer meedoen aan mijn favoriete obstakelrun: Strongmanrun 21km in Hellendoorn. In 2014 had ik voor het eerst meegedaan en dat was zo goed bevallen dat ik had besloten nog een keer mee te doen maar dan voor het “echie”. In 2014 wist ik nog niet precies hoe zwaar 21km zou zijn dus had ik mijzelf nog wel wat getemperd. Tegen het einde merkte ik dat ik nog ruim over had en zelfs de laatste kilometer nog kon aanzetten! Zodra ik gefinisht was besloot ik daarom om de run nog een keer te doen om te kijken waar ik nou echt van gemaakt ben. De volgende keer zou het all out worden en zou ik mijzelf echt uitdagen. En dit weekend was dat moment dus aangebroken.
Ik had mij deze keer in het wedstrijdvak ingeschreven. De eerste reden hiervoor was omdat er 2 jaar geleden teveel opstoppingen waren waardoor je tijd niet echt representatief was. Bovendien wilde ik echt meedoen om te kijken hoe ik mij kon meten met de top. De reden hiervoor is omdat ik volgend jaar wil gaan kijken of ik mij kan kwalificeren voor de WRORC, de wereldkampioenschap voor Obstacle Running. Dus daar stond ik, in het allereerste vak met nog 60 anderen. Ik moet eerlijk zeggen ik voelde me een beetje een bedrieger en ik dacht: ik hoor helemaal niet thuis in dit vak. Maar daarna corrigeerde ik mijzelf snel en bedacht mij dat ik wel degelijk in dit vak thuishoor als ik serieus mee wil gaan doen. Deze dag was de dag dat ik eindelijk kon gaan meten hoe ik mijzelf verhield ten opzichte van de competitie, een startpunt vanuit waar mijn training kan beginnen.
BAM, een tank van het leger geeft het startsein door middel van een kanonsschoot en weg zijn we. Allereerst door de Nijverdal, een maïsveld en vervolgens de bosrijke omgeving in. Ellenlange stukken door de prachtige bosrijke omgeving moesten we hardlopen wat nou niet bepaald mijn favoriete bezigheid is, veel te veel tijd om na te denken. Ik moet zeggen deze keer waren er in het begin veel langere stukken hardlopen. Achteraf las ik dat dit bewust gedaan was om er voor te zorgen dat het veld uit elkaar getrokken werd en er dus minder kans zou zijn op opstoppingen bij de obstakels. Van opstoppingen zou ik zeker geen last hebben want het was best wel remi daar in de voorhoede. Dat was wel het enige nadeel van vooraan starten, je krijgt niet echt de sfeer mee. Gelukkig maakte het in groten getale gekomen publiek dit ruimschoots goed. De route is zo divers en je komt langs zoveel verschillende omgevingen dat het echt genieten is. Het ene moment loop je door het bos en beklim je steile hellingen en het andere moment banjer je door een buitenzwembad heen omringd door luid toejuichend publiek. Naast het zwembad keek ik ook weer uit naar het deel door het centrum van Nijverdal heen. Alle horecatenten hadden er weer mooi op ingespeeld en langs de route stond weer veel publiek. Allemaal kleine handjes van kinderen die je aanmoedigen en je een high five willen geven gaven mij weer kracht om verder te gaan. Het laatste stuk zat vol obstakels. Waar het eerste deel nogal saai was door al het hardlopen volgden de obstakels elkaar tegen het einde rap op. Tegen deze tijd had ik last van kramp. Ik heb nooit fysieke beperkingen dus dit was voor mij nieuw en de gedachte dat ik niet zou kunnen finishen schoot door mij hoofd. Hetzelfde moment schoot er een filmpje door mijn hoofd van de Olympische spelen waarbij een hardloper na het vallen en met blessures koste wat kost de finishlijn wilde halen en geholpen werd door zijn vader. Ik denk bij mijzelf: ik ga koste wat het kost deze run uitlopen. Dus na even te hebben gerekt en gestrekt kon ik gelukkig weer verder..totdat ik weer last kreeg van kramp maar nu in mijn andere kuit. Gelukkig wist ik nu dat ik na een beetje rekken weer door zou kunnen dus maakte ik mij minder zorgen. De laatste kilometers waren wel erg zwaar. De laatste keer had ik nog ruim over maar deze keer moest ik mijzelf echt naar de finish slepen. Ik snakte naar de finish en begon te denken aan lekker patat eten en dat soort dingen. Ik kon niet wachten tot ik bij de finish was. Maar er was nog één killer van een obstakel: via een touw moesten we over een riviertje heen. Ik zie mijn collega runners als mariniers erop of eronder de touwen bedwingen dus ik denk, dat moet ik dan ook maar doen. Ik heb dat alleen nog nooit gedaan voor zover ik mij kan herinneren dus ik ga het maar proberen. Hup de touwen in en fuck daar gaat het al fout want bovenlangs zoals ik andere ook zag doen dat gaat hem niet worden. Dus dan maar onderlangs. Ik probeer mijn voeten om het touw heen te klemmen en bedenk mij opeens waarom zoveel mensen leggings aan hebben: dat touw snijdt. Daarbij kwam nog dat ik het touw met mijn kuiten omklemde, diezelfde kuiten waarin ik dus kramp had. Maar oke, daar hang ik nu en ik probeer handje voor handje, voetje voor voetje mij naar voren te bewegen maar het schiet echt niet op. Bovendien is dat touw echt niet relaxt en kan ik echt niet mijn kuiten eromheen klampen. Dus terwijl ik daar zo hang probeer ik een techniek te verzinnen en het lukt! Ik zet elke stap vooruit mijn enkel goed in het touw waardoor ik grip krijg maar my god wat moet ik mij focussen dat ik elke voet goed neerzet want als er ook maar één voet van het touw afglijd ben ik het zaadje, want ik krijg die voet er dan nooit meer omheen. Voetje voor voetje, hand over hand kruip ik verder. Oja, had ik al verteld dat ik er niet af mocht vallen omdat ik anders helemaal overnieuw moest beginnen. Zoals je herinnerde zat ik in het wedstrijdvak wat dus betekende dat je alle hindernissen moest doen om een tijd te registeren. Dus ik hoor om mij heen de vrijwilligers schreeuwen: “Pas afstappen als je de kant hebt bereikt, als je valt moet je het overnieuw doen!” Ik denk bij mijzelf: “Dat gaat echt niet gebeuren. Als ik val ga ik dit nooit en te nimmer meer redden want dit is al zo zwaar!” Dus daar hang ik en het schiet niet op. Af en toe laat ik mijn hoofd naar achteren vallen om te kijken hoe ver ik nog moet. Op dit punt wil ik mij zo graag laten vallen want het lijkt nog zover maar ik ga door. Ik moet dit halen, denk ik bij mijzelf, en dan opeens hoor ik: je kan je laten zakken!! Ik zie niet waar ik mijn voeten neer kan zetten dus op hoop van zegen laat ik mijn benen zakken en donder nog bijna achterwaarts in de plomp. Gelukkig had ik het al gered en uiteindelijk val ik niet in de plomp. Wat een ongelooflijke killer van een obstakel, deze moet ik zeker vaker gaan oefenen want dit sloeg echt nergens op. Anyway, ik heb het gered maar ik hoop dat er niet nog zo’n killer komt. Ik vervolg mijn weg door een onderlopen fietstunnel, spring nog van een brug in het water en zwem onder wat balken door naar de overkant. Wat zijn die water obstakels lekker zeg! Eindelijk red ik het tot het einde en zet ik een respectabele tijd neer van 2 uur en 21 minuten wat betekent dat ik rond de 180ste plek van de in totaal 2850 deelnemende mannen eindig. Dat noem ik zeker niet slecht.
Ik had het voor het eerst echt zwaar tijdens een run en meer dan ooit is benadrukt dat ik wat meer duurloop ervaring moet gaan opbouwen. Met de meeste obstakels die spierkracht kosten vanuit de benen heb ik totaal geen probleem. De meer technische obstakels moet ik wel meer trainen simpel weg omdat ik de technieken nog niet onder de knie heb. Hierdoor zijn deze obstakels soms ook onnodig zwaar. Dus dat zijn mijn conclusies en die neem ik mee in mijn voorbereiding voor 2017. Nu nog de Mudmasters over twee weken maar dit keer doe ik mee voor de lol en is het een hele schappelijke afstand van 12km. Strongmanrun was weer fantastisch en volgende jaar doe ik denk ik die van Rotterdam ook mee. Hellendoorn ben ik zeker weer bij!